Randvoorwaarden Private Line
Randvoorwaarden Private Line
Er zijn voor installatie en beheer van de Private Line-verbinding (bouwtechnische) randvoorwaarden gedefinieerd waar uw locatie aan moet voldoen om te zorgen voor een veilig en betrouwbaar gebruik van de dienst. Deze randvoorwaarden hebben betrekking op de stroomvoorziening, bekabeling en plaatsing van de CPE.
Datacommunicatiekast
- De apparatuur wordt altijd geplaatst in een datacommunicatiekast (19 inch patchkast). Deze kast dient beschikbaar te zijn op locatie en minimaal 7 HE aan vrije ruimte beschikbaar te hebben
Stroomvoorziening
- Er is minimaal één spanningsgroep benodigd voor het aansluiten van de apparatuur. Bij voorkeur zijn er twee 230V groepen afgezekerd met 16A en no-break voorziening
- De randaarde dient van voldoende kwaliteit te zijn om de apparatuur te aarden
- De stroomvoorziening mag op maximaal 2 meter afstand van de apparatuur zijn
Bekabeling
- Aanwezigheid van noodzakelijke kabelgoten voor de inpandige glasvezelbekabeling op uw locatie van gebouwinvoer naar MER of SER
- Kabelgoten bieden voldoende ruimte voor de glasvezelkabel(s) en zijn gemakkelijk toegankelijk
- IP Visie sluit de CPE aan via een inpandig aan te leggen glasvezel.
- Doorvoer in het pand van buiten naar binnen vereist een buigstraal van 100 cm voor de HDPE
- Inpandig is een minimale buigstraal van 15 cm voor de glasvezelkabel noodzakelijk
- Bij aansluiting c.q. verbinding met een hogere beschikbaarheid dienen de inpandige glasvezelkabels volledig geografisch gescheiden gerouteerd te zijn
- U bent verantwoordelijk voor de schriftelijke toestemming van de eigenaar van het pand (indien van toepassing) om de vezels te laten binnenkomen
Omgevingscondities
De technische ruimte of kast waarin de apparatuur op uw locatie wordt geplaatst, dient aan de volgende omgevingscondities te voldoen:
- ETSI klimaatklasse 3.2
- Temperatuur tussen 5 °C en 45 °C
- Niet condenserende relatieve vochtigheid tussen de 5% en 90%
- Omgeving moet stofvrij zijn